Dutch
Detailed Translations for in scene zetten from Dutch to English
in scene zetten:
-
in scene zetten (ensceneren)
Conjugations for in scene zetten:
o.t.t.
- zet in scene
- zet in scene
- zet in scene
- zetten in scene
- zetten in scene
- zetten in scene
o.v.t.
- zette in scene
- zette in scene
- zette in scene
- zetten in scene
- zetten in scene
- zetten in scene
v.t.t.
- heb in scene gezet
- hebt in scene gezet
- heeft in scene gezet
- hebben in scene gezet
- hebben in scene gezet
- hebben in scene gezet
v.v.t.
- had in scene gezet
- had in scene gezet
- had in scene gezet
- hadden in scene gezet
- hadden in scene gezet
- hadden in scene gezet
o.t.t.t.
- zal in scene zetten
- zult in scene zetten
- zal in scene zetten
- zullen in scene zetten
- zullen in scene zetten
- zullen in scene zetten
o.v.t.t.
- zou in scene zetten
- zou in scene zetten
- zou in scene zetten
- zouden in scene zetten
- zouden in scene zetten
- zouden in scene zetten
en verder
- is in scene gezet
- zijn in scene gezet
diversen
- zet in scene!
- zet in scene!
- in scene gezet
- in scene zettend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for in scene zetten:
Noun | Related Translations | Other Translations |
mount | rijdier; rijpaard | |
stage | etappe; fase; ontwikkelingsfase; ontwikkelingsstadium; parcoursetappe; podium; schouwtoneel; stadium; toneel; toneelpodium; toneelwezen; werkstroomfase | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
mount | ensceneren; in scene zetten | beklimmen; bestijgen; hoger worden; klimmen; koppelen; omhoogklimmen; omhoogkomen; opstijgen; opvliegen |
stage | ensceneren; in scene zetten | faseren; huichelen |
External Machine Translations: