Dutch
Detailed Translations for inlas from Dutch to English
inlas:
-
de inlas (ingevoegd stuk; invoeging)
Translation Matrix for inlas:
Noun | Related Translations | Other Translations |
insertion | ingevoegd stuk; inlas; invoeging | inlassing; inschuiving; invoeging; invoegsel; koppelteken; opname; opvang; tussenschuiving; tussenvoeging; tussenvoegsel; verbindingsteken |
Related Words for "inlas":
inlas form of inlezen:
-
inlezen
Conjugations for inlezen:
o.t.t.
- lees in
- leest in
- leest in
- lezen in
- lezen in
- lezen in
o.v.t.
- las in
- las in
- las in
- lazen in
- lazen in
- lazen in
v.t.t.
- heb ingelezen
- hebt ingelezen
- heeft ingelezen
- hebben ingelezen
- hebben ingelezen
- hebben ingelezen
v.v.t.
- had ingelezen
- had ingelezen
- had ingelezen
- hadden ingelezen
- hadden ingelezen
- hadden ingelezen
o.t.t.t.
- zal inlezen
- zult inlezen
- zal inlezen
- zullen inlezen
- zullen inlezen
- zullen inlezen
o.v.t.t.
- zou inlezen
- zou inlezen
- zou inlezen
- zouden inlezen
- zouden inlezen
- zouden inlezen
en verder
- ben ingelezen
- bent ingelezen
- is ingelezen
- zijn ingelezen
- zijn ingelezen
- zijn ingelezen
diversen
- lees in!
- leest in!
- ingelezen
- inlezend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for inlezen:
Verb | Related Translations | Other Translations |
read in | inlezen |
inlas form of inlassen:
-
inlassen
Conjugations for inlassen:
o.t.t.
- las in
- last in
- last in
- lassen in
- lassen in
- lassen in
o.v.t.
- laste in
- laste in
- laste in
- lasten in
- lasten in
- lasten in
v.t.t.
- heb ingelast
- hebt ingelast
- heeft ingelast
- hebben ingelast
- hebben ingelast
- hebben ingelast
v.v.t.
- had ingelast
- had ingelast
- had ingelast
- hadden ingelast
- hadden ingelast
- hadden ingelast
o.t.t.t.
- zal inlassen
- zult inlassen
- zal inlassen
- zullen inlassen
- zullen inlassen
- zullen inlassen
o.v.t.t.
- zou inlassen
- zou inlassen
- zou inlassen
- zouden inlassen
- zouden inlassen
- zouden inlassen
en verder
- ben ingelast
- bent ingelast
- is ingelast
- zijn ingelast
- zijn ingelast
- zijn ingelast
diversen
- las in!
- last in!
- ingelast
- inlassend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for inlassen:
Noun | Related Translations | Other Translations |
insert | invoegen; inzetstuk | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
insert | inlassen | inleggen; invoegen; tussen zetten; tussenlassen; tussenleggen |
intercalate | inlassen | inbedden |
interpolate | inlassen |
Related Words for "inlassen":
External Machine Translations: