Dutch
Detailed Translations for klimatiseren from Dutch to English
klimatiseren:
-
klimatiseren (voorzien van klimaatregeling)
Conjugations for klimatiseren:
o.t.t.
- klimatiseer
- klimatiseert
- klimatiseert
- klimatiseren
- klimatiseren
- klimatiseren
o.v.t.
- klimatiseerde
- klimatiseerde
- klimatiseerde
- klimatiseerden
- klimatiseerden
- klimatiseerden
v.t.t.
- ben geklimatiseerd
- bent geklimatiseerd
- is geklimatiseerd
- zijn geklimatiseerd
- zijn geklimatiseerd
- zijn geklimatiseerd
v.v.t.
- was geklimatiseerd
- was geklimatiseerd
- was geklimatiseerd
- waren geklimatiseerd
- waren geklimatiseerd
- waren geklimatiseerd
o.t.t.t.
- zal klimatiseren
- zult klimatiseren
- zal klimatiseren
- zullen klimatiseren
- zullen klimatiseren
- zullen klimatiseren
o.v.t.t.
- zou klimatiseren
- zou klimatiseren
- zou klimatiseren
- zouden klimatiseren
- zouden klimatiseren
- zouden klimatiseren
diversen
- klimatiseer!
- klimatiseert!
- geklimatiseerd
- klimatiserend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for klimatiseren:
Verb | Related Translations | Other Translations |
air-condition | klimatiseren; voorzien van klimaatregeling |
External Machine Translations: