Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. ledigheid:
  2. ledig:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for ledigheid from Dutch to English

ledigheid:

ledigheid [de ~ (v)] nomen

  1. de ledigheid (leegte)
    the emptiness; the void; the blank

Translation Matrix for ledigheid:

NounRelated TranslationsOther Translations
blank ledigheid; leegte formulier; gaping; hiaat; invulformulier; lacune; leegte; leemte
emptiness ledigheid; leegte
void ledigheid; leegte lacune; leegte; leemte; lege ruimte; luchtledige ruimte; vacuüm
VerbRelated TranslationsOther Translations
void ongeldig maken
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
blank blanco; blank; inhoudsloos; leeg; loos; met de mond vol tanden; met open mond; onbeschreven; ongelakt; oningevuld; sprakeloos; uitdrukkingsloos; verbaasd; verbijsterd; verbluft; verstomd; verwonderd; vrij; wezenloos; wit; wit van huidskleur; zonder taak
void nietig; ongeldig

Related Words for "ledigheid":


Wiktionary Translations for ledigheid:


Cross Translation:
FromToVia
ledigheid faineance; idleness Müßiggangdauerhafte Untätigkeit (in der Umgangssprache negativer besetzt als Muße)
ledigheid indolence oisivetéétat, habitude d’une personne qui est oisif, qui ne fait rien.

ledig:

ledig adj

  1. ledig (leeg; onbezet)
    empty

Translation Matrix for ledig:

VerbRelated TranslationsOther Translations
empty afscheiden; afvoeren; ledigen; leegdrinken; leeggieten; leeghalen; leegmaken; legen; lozen; opdrinken; opruimen; plunderen; reinigen; ruimen; schoonmaken; spuien; uitdrinken; uitgieten; uithalen; uitknijpen; uitmesten; uitnemen; uitpersen; uitruimen; uitscheiden; uitstoten; uitwateren; uitwerpen; uitzuigen; water afvoeren; water lozen
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
empty ledig; leeg; onbezet eindig; hol; ijdel; inhoudsloos; leeg; loos; nietszeggend; ongevuld; vergankelijk; voorbijgaand; zonder inhoud

Related Words for "ledig":


Wiktionary Translations for ledig:

ledig
adjective
  1. leeg

Cross Translation:
FromToVia
ledig empty; vacant; needy; miserable; destitude; impoverished; penniless; void; bare; hollow vide — Qui ne contenir rien ; qui est totalement dépourvoir de.