Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. ommekeer:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for ommekeer from Dutch to English

ommekeer:

ommekeer [de ~ (m)] nomen

  1. de ommekeer (kentering; omslag; ombuiging; )
    the bending
  2. de ommekeer (omwenteling; revolutie; totale verandering)
    the revolution; the rotation
  3. de ommekeer (totale verandering; omslag)
    the change-over
  4. de ommekeer (verandering; ommezwaai; kentering)
    the change; the turn

Translation Matrix for ommekeer:

NounRelated TranslationsOther Translations
bending keer; kentering; ombuiging; omkeer; ommekeer; ommezwaai; omslag buiging; draaiing; keer; ombuiging; verandering; wijziging
change kentering; ommekeer; ommezwaai; verandering amendement; amendering; hervorming; herziening; inruil; keer; keerpunt; kleingeld; modificatie; mutatie; ombuiging; omkeer; omruil; omruiling; omschakeling; omwisselen; omwisseling; overplaatsing; overstap; richtingsverandering; ruil; ruiling; ruiltransactie; transformatie; uitwisseling; veranderen; verandering; verruiling; verwisseling; wending; wijzigen; wijziging; wisselgeld; wisseling
change-over ommekeer; omslag; totale verandering
revolution ommekeer; omwenteling; revolutie; totale verandering draaicirkel; omverwerping; omwenteling; plotselinge omwenteling; politieke revolutie; revolutie; toer
rotation ommekeer; omwenteling; revolutie; totale verandering draai; draaien; draaiing; omdraaiing; omwenteling; rotatie; wending; wenteling
turn kentering; ommekeer; ommezwaai; verandering beurt; bocht; draai; haspel; keer; keerpunt; klos; kromming; kromte; omdraaiing; omwenteling; richtingsverandering; rondje; spelletje; spoel; wending; werktuig om garen te winden; winder; winding; zwenking
VerbRelated TranslationsOther Translations
change afwisselen; amenderen; andere kleren aantrekken; hernieuwen; herzien; inwisselen; krom buigen; modificeren; ombuigen; omkleden; omruilen; omwerken; omwisselen; opnieuw doen; overdoen; overstappen; ruilen; veranderen; verbuigen; verkleden; verruilen; verwisselen; wijzigen; wisselen
turn afslaan; draaien; iets omdraaien; kantelen; kenteren; keren; ombladeren; omdraaien; omkeren; omslaan; omtrekken; omwenden; rollen; ronddraaien; rondtollen; roteren; tollen; verbitteren; vergrammen; wenden; wentelen; zwenken
ModifierRelated TranslationsOther Translations
bending zwiepend

Wiktionary Translations for ommekeer:

ommekeer
noun
  1. change of position

Cross Translation:
FromToVia
ommekeer upheaval Umbruch — folgenreicher (insbesondere gesellschaftlicher, technischer) Wandel, Umwälzung
ommekeer turn Umschlag — rascher Wechsel
ommekeer reversal Umschwung — grundlegende Veränderung einer Lage (beispielsweise der politischen, sozialen oder wirtschaftlichen Lage, des Wetters, der Stimmung)
ommekeer change; turn WendeGeschichte, Gesellschaft: einschneidende Veränderung, Umbruch