Dutch
Detailed Translations for onlust from Dutch to English
onlust:
-
de onlust
Translation Matrix for onlust:
Noun | Related Translations | Other Translations |
commotion | onlust | beroering; deining; drukte; geharrewar; geraas; heibel; heisa; heksenketel; krakeel; lawaai; leven; onrust; ophef; oproer; opschudding; opstand; opstootje; opzien; pandemonium; rel; rep; roerigheid; rumoer; sensatie; tumult; verwarring; volksoproer; vuistgevecht |
disturbance | onlust | burengerucht; burenoverlast; oproer; opstand; opstootje; ordeverstoring; rel; rustverstoring; stoornis; verstoring; volksoproer; vuistgevecht |
riot | onlust | oploop; oproer; opstand; opstootje; rebellie; rel; tegenstand; verzet; volksoproer; volksopstand; vuistgevecht; weerstand |