Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. ons:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for onsen from Dutch to English

ons:

ons [het ~] nomen

  1. het ons
    the ounce; the hectogram
  2. het ons (honderd gram)
    the hundred grammes

ons adj

  1. ons (onzerzijds)
    our; us; ours; on our part

Translation Matrix for ons:

NounRelated TranslationsOther Translations
hectogram ons
hundred grammes honderd gram; ons
ounce ons
ModifierRelated TranslationsOther Translations
on our part ons; onzerzijds op onze beurt
our ons; onzerzijds onze
ours ons; onzerzijds onzer
us ons; onzerzijds

Related Words for "ons":

  • onsen

Related Definitions for "ons":

  1. 100 gram1
    • ik kocht een ons snoepjes1
  2. bezittelijk: het is van mij en van die ander(en)1
    • dit is ons huis1
  3. eerste persoon meervoud, object1
    • wie helpt ons?1

Wiktionary Translations for ons:

ons
pronoun
  1. 1e persoon meervoud als (direct of indirect) object of na een voorzetsel
    • onsus
  2. van de 1e persoon meervoud
ons
noun
  1. 28.3495 g
en-pron
  1. belonging to us
  2. objective case of "we"

Cross Translation:
FromToVia
ons ounce Unze — Gewichtseinheit
ons us unsPersonalpronomen 1. Person Plural Dativ
ons us unsPersonalpronomen 1. Person Plural Akkusativ
ons our unser — Form des Possessivpronomens „unser, uns[e]re, unser“: Zeigt den Besitz, das Eigentum oder die Zugehörigkeit einer Person beziehungsweise Sache zu einer Gruppe an, der der Sprecher angehört

External Machine Translations: