Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. op tijd:
  2. User Contributed Translations for op tijd:
    • on time


Dutch

Detailed Translations for op tijd from Dutch to English

op tijd:

op tijd adj

  1. op tijd (tijdig; bijtijds; stipt)

Translation Matrix for op tijd:

NounRelated TranslationsOther Translations
prompt ezelsbrug; geheugensteun; geheugensteuntje; prompt
VerbRelated TranslationsOther Translations
prompt aandrijven; aansporen; inboezemen; influisteren; ingeven; inspireren; naar voren brengen; opkrikken; opperen; opwekken; prikkelen; souffleren; stimuleren; suggereren; toefluisteren; voorzeggen
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
prompt bijtijds; op tijd; stipt; tijdig direct; gauw; gezwind
AdverbRelated TranslationsOther Translations
in good time bijtijds; op tijd; stipt; tijdig
in time bijtijds; op tijd; stipt; tijdig
ModifierRelated TranslationsOther Translations
timely bijtijds; op tijd; stipt; tijdig vroeg; vroegtijdig

Related Translations for op tijd