Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. openingstijden:
  2. openingstijd:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for openingstijden from Dutch to English

openingstijden:

openingstijden [de ~] nomen, plural

  1. de openingstijden
    the opening hours; the trading hours

Translation Matrix for openingstijden:

NounRelated TranslationsOther Translations
opening hours openingstijden
trading hours openingstijden openingstijd van een winkel

Related Words for "openingstijden":


openingstijden form of openingstijd:

openingstijd [de ~ (m)] nomen

  1. de openingstijd
    the opening hour; the hours of business

Translation Matrix for openingstijd:

NounRelated TranslationsOther Translations
hours of business openingstijd
opening hour openingstijd

Related Words for "openingstijd":


Wiktionary Translations for openingstijd:


Cross Translation:
FromToVia
openingstijd opening hours Öffnungszeit — festgelegter Zeitabschnitt (meist nach Wochentag differenziert), an dem ein Betrieb mit Publikumsverkehr (zum Beispiel ein Geschäft, Amt oder Museum) geöffnet ist