Dutch
Detailed Translations for pasvorm from Dutch to English
pasvorm:
Translation Matrix for pasvorm:
Noun | Related Translations | Other Translations |
fit | pasvorm | convulsie; driftbui; fit; kramp; samentrekking; stuip; stuiptrekking; woedeaanval |
Verb | Related Translations | Other Translations |
fit | aanbrengen; aankunnen; aanleggen; aanpassen; aanproberen; bijpassen; installeren; kloppen met; monteren en aansluiten; overeenkomen; overeenkomen met; overeenstemmen met; passen; plaatsen; proberen; stroken; stroken met | |
Adjective | Related Translations | Other Translations |
fit | adequaat; arbeidsgeschikt; bekwaam; blakend; capabel; competent; fit; gepast; geschikt; getraind; gezond; in staat te werken; juist; passend; valide |
Related Words for "pasvorm":
External Machine Translations: