Summary
Dutch to English: more detail...
- plegen:
-
Wiktionary:
- plegen → commit, do habitually, fornicate, accustom
- plegen → administer, maintain, service, nurse, foster, look after, care for, tend, commit, compromise
Dutch
Detailed Translations for plegen from Dutch to English
plegen:
-
plegen
Conjugations for plegen:
o.t.t.
- pleeg
- pleegt
- pleegt
- plegen
- plegen
- plegen
o.v.t.
- pleegde
- pleegde
- pleegde
- pleegden
- pleegden
- pleegden
v.t.t.
- heb gepleegd
- hebt gepleegd
- heeft gepleegd
- hebben gepleegd
- hebben gepleegd
- hebben gepleegd
v.v.t.
- had gepleegd
- had gepleegd
- had gepleegd
- hadden gepleegd
- hadden gepleegd
- hadden gepleegd
o.t.t.t.
- zal plegen
- zult plegen
- zal plegen
- zullen plegen
- zullen plegen
- zullen plegen
o.v.t.t.
- zou plegen
- zou plegen
- zou plegen
- zouden plegen
- zouden plegen
- zouden plegen
en verder
- is gepleegd
- zijn gepleegd
diversen
- pleeg!
- pleegt!
- gepleegd
- plegend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for plegen:
Verb | Related Translations | Other Translations |
commit | plegen | begaan; per ongeluk doen |
perpetrate | plegen | begaan; per ongeluk doen |
Related Definitions for "plegen":
Wiktionary Translations for plegen:
plegen
Cross Translation:
verb
plegen
-
een gewoonlijk verboden handeling uitvoeren
- plegen → commit
-
gewoon zijn, vaak doen
- plegen → do habitually
-
ontucht plegen
- plegen → fornicate
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• plegen | → administer; maintain; service; nurse; foster; look after; care for | ↔ pflegen — zum Zweck der Erhaltung bzw. Verbesserung eines Zustandes behandeln |
• plegen | → tend | ↔ pflegen — über etwas verfügen |
• plegen | → commit; compromise | ↔ commettre — Faire tel ou tel acte blâmable. |