Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. strijdmakkers:
  2. strijdmakker:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for strijdmakkers from Dutch to English

strijdmakkers:

strijdmakkers [de ~] nomen, plural

  1. de strijdmakkers (wapenbroeders)
    the comrades; the brothers in arms; the comrades in arms

Translation Matrix for strijdmakkers:

NounRelated TranslationsOther Translations
brothers in arms strijdmakkers; wapenbroeders
comrades strijdmakkers; wapenbroeders kameraden; maatjes; wapenbroeders
comrades in arms strijdmakkers; wapenbroeders

Related Words for "strijdmakkers":


strijdmakkers form of strijdmakker:

strijdmakker [de ~ (m)] nomen

  1. de strijdmakker (strijdgenoot)
    the comrade; the brother in arms; the companion in arms

Translation Matrix for strijdmakker:

NounRelated TranslationsOther Translations
brother in arms strijdgenoot; strijdmakker
companion in arms strijdgenoot; strijdmakker
comrade strijdgenoot; strijdmakker bondgenoot; compagnon; gabber; gezel; kameraad; kameraadje; kompaan; kornuit; maat; maatje; makker; medestander; medestrijder; pal; partner; spitsbroeder; strijdgenoot; vriend; vriendje; wapenbroeder

Related Words for "strijdmakker":


Wiktionary Translations for strijdmakker:

strijdmakker
noun
  1. companion in battle, fellow soldier