Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. tegenliggers:
  2. tegenligger:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for tegenliggers from Dutch to English

tegenliggers:


tegenligger:

tegenligger [de ~ (m)] nomen

  1. de tegenligger (tegemoetkomend verkeer)
    the oncoming traffic; the oncoming car; the approaching traffic

Translation Matrix for tegenligger:

NounRelated TranslationsOther Translations
approaching traffic tegemoetkomend verkeer; tegenligger tegemoetrijdend verkeer; tegenliggers; tegenverkeer
oncoming car tegemoetkomend verkeer; tegenligger
oncoming traffic tegemoetkomend verkeer; tegenligger tegemoetrijdend verkeer; tegenliggers; tegenverkeer

Related Words for "tegenligger":


Wiktionary Translations for tegenligger:

tegenligger
noun
  1. tegemoetkomend voertuig