Dutch

Detailed Translations for tochtt from Dutch to English

tochtt form of tochten:

tochten verb (tocht, tochtt, tochtte, tochtten, getocht)

  1. tochten
    to be drafty; to let the draught through; to be draughty; to let the wind through

Conjugations for tochten:

o.t.t.
  1. tocht
  2. tochtt
  3. tochtt
  4. tochten
  5. tochten
  6. tochten
o.v.t.
  1. tochtte
  2. tochtte
  3. tochtte
  4. tochtten
  5. tochtten
  6. tochtten
v.t.t.
  1. heb getocht
  2. hebt getocht
  3. heeft getocht
  4. hebben getocht
  5. hebben getocht
  6. hebben getocht
v.v.t.
  1. had getocht
  2. had getocht
  3. had getocht
  4. hadden getocht
  5. hadden getocht
  6. hadden getocht
o.t.t.t.
  1. zal tochten
  2. zult tochten
  3. zal tochten
  4. zullen tochten
  5. zullen tochten
  6. zullen tochten
o.v.t.t.
  1. zou tochten
  2. zou tochten
  3. zou tochten
  4. zouden tochten
  5. zouden tochten
  6. zouden tochten
en verder
  1. ben getocht
  2. bent getocht
  3. is getocht
  4. zijn getocht
  5. zijn getocht
  6. zijn getocht
diversen
  1. tocht!
  2. tochtt!
  3. getocht
  4. tochtend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for tochten:

VerbRelated TranslationsOther Translations
be drafty tochten
be draughty tochten
let the draught through tochten
let the wind through tochten

Related Words for "tochten":


External Machine Translations: