Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. verlegen:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for verlegen from Dutch to English

verlegen:


Translation Matrix for verlegen:

AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
bashful bedeesd; beschroomd; bleu; schroomvallig; schuchter; timide; verlegen bedremmeld
diffident bedeesd; beschroomd; bleu; schroomvallig; schuchter; timide; verlegen bekrompen; benepen; kleingeestig; kleinzielig
shy bedeesd; beschroomd; bleu; schroomvallig; schuchter; timide; verlegen eenkennig; eenzelvig; introvert; kopschuw; mensenschuw; schuw; teruggetrokken
timid bedeesd; beschroomd; bleu; schroomvallig; schuchter; timide; verlegen eenkennig; eenzelvig; introvert; mensenschuw; schichtig; schrikachtig; teruggetrokken; vreesachtig

Related Words for "verlegen":


Antonyms for "verlegen":


Related Definitions for "verlegen":

  1. onzeker tegenover anderen1
    • ze was zo verlegen dat ze niets durfde te zeggen1

Wiktionary Translations for verlegen:

verlegen
adjective
  1. archaic: quiet, reserved, modest
  2. bashful, shy
  3. inclined to avoid notice
  4. embarrassed
  5. easily frightened
  6. fearful, timid

Cross Translation:
FromToVia
verlegen shy; timid; abashed; afraid; anxious; fainthearted; pusillanimous; timorous timide — Qui est craintif, qui manquer de hardiesse, d’assurance.

Related Translations for verlegen