Summary
Dutch to English: more detail...
- verstevigen:
-
Wiktionary:
- verstevigen → strengthen, consolidate
Dutch
Detailed Translations for verstevigen from Dutch to English
verstevigen:
-
verstevigen (consolideren)
Conjugations for verstevigen:
o.t.t.
- verstevig
- verstevigt
- verstevigt
- verstevigen
- verstevigen
- verstevigen
o.v.t.
- verstevigde
- verstevigde
- verstevigde
- verstevigden
- verstevigden
- verstevigden
v.t.t.
- heb verstevigd
- hebt verstevigd
- heeft verstevigd
- hebben verstevigd
- hebben verstevigd
- hebben verstevigd
v.v.t.
- had verstevigd
- had verstevigd
- had verstevigd
- hadden verstevigd
- hadden verstevigd
- hadden verstevigd
o.t.t.t.
- zal verstevigen
- zult verstevigen
- zal verstevigen
- zullen verstevigen
- zullen verstevigen
- zullen verstevigen
o.v.t.t.
- zou verstevigen
- zou verstevigen
- zou verstevigen
- zouden verstevigen
- zouden verstevigen
- zouden verstevigen
diversen
- verstevig!
- verstevigt!
- verstevigd
- verstevigend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for verstevigen:
Verb | Related Translations | Other Translations |
consolidate | consolideren; verstevigen | solidair maken; solidariseren |
strenghten | consolideren; verstevigen |
Wiktionary Translations for verstevigen:
verstevigen
verb
-
iets steviger maken
- verstevigen → strengthen; consolidate
External Machine Translations: