Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. vlok:
  2. vlokken:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for vlok from Dutch to English

vlok:

vlok [de ~] nomen

  1. de vlok (dotje)
    the flake

Translation Matrix for vlok:

NounRelated TranslationsOther Translations
flake dotje; vlok schilfer; spaander
VerbRelated TranslationsOther Translations
flake afbladderen; afschilferen; pluizen; schilferen; vlokken

Related Words for "vlok":


Wiktionary Translations for vlok:

vlok
noun
  1. thin chiplike layer

Cross Translation:
FromToVia
vlok flake; flock floconpetit touffe, amas léger de laine, de soie, etc.

vlokken:

vlokken verb (vlok, vlokt, vlokte, vlokten, gevlokt)

  1. vlokken (pluizen)
    to fluff; to flake
    • fluff verb (fluffs, fluffed, fluffing)
    • flake verb (flakes, flaked, flaking)

Conjugations for vlokken:

o.t.t.
  1. vlok
  2. vlokt
  3. vlokt
  4. vlokken
  5. vlokken
  6. vlokken
o.v.t.
  1. vlokte
  2. vlokte
  3. vlokte
  4. vlokten
  5. vlokten
  6. vlokten
v.t.t.
  1. heb gevlokt
  2. hebt gevlokt
  3. heeft gevlokt
  4. hebben gevlokt
  5. hebben gevlokt
  6. hebben gevlokt
v.v.t.
  1. had gevlokt
  2. had gevlokt
  3. had gevlokt
  4. hadden gevlokt
  5. hadden gevlokt
  6. hadden gevlokt
o.t.t.t.
  1. zal vlokken
  2. zult vlokken
  3. zal vlokken
  4. zullen vlokken
  5. zullen vlokken
  6. zullen vlokken
o.v.t.t.
  1. zou vlokken
  2. zou vlokken
  3. zou vlokken
  4. zouden vlokken
  5. zouden vlokken
  6. zouden vlokken
diversen
  1. vlok!
  2. vlokt!
  3. gevlokt
  4. vlokken
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for vlokken:

NounRelated TranslationsOther Translations
flake dotje; schilfer; spaander; vlok
fluff pluisje
VerbRelated TranslationsOther Translations
flake pluizen; vlokken afbladderen; afschilferen; schilferen
fluff pluizen; vlokken

Related Words for "vlokken":


External Machine Translations: