Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. voelspriet:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for voelspriet from Dutch to English

voelspriet:

voelspriet [de ~ (m)] nomen

  1. de voelspriet (antenne; spriet; voelhoren)
    the antenna; the whip aerial; the feeler; the blade; the stem

Translation Matrix for voelspriet:

NounRelated TranslationsOther Translations
antenna antenne; spriet; voelhoren; voelspriet
blade antenne; spriet; voelhoren; voelspriet blad van een roeispaan; kling; kling van een zwaard; lemmet; spriet
feeler antenne; spriet; voelhoren; voelspriet taster; voeler
stem antenne; spriet; voelhoren; voelspriet boeg; etymon; halm; handvat in de vorm van stok; stam; stamvorm; stamwoord; steel; steven; voorsteven
whip aerial antenne; spriet; voelhoren; voelspriet
VerbRelated TranslationsOther Translations
stem dwarsbomen; dwarsliggen; halt houden; ophouden; remmen; stopzetten; tegenhouden; tegenwerken; tot staan brengen

Related Words for "voelspriet":

  • voelsprieten

Wiktionary Translations for voelspriet:

voelspriet
noun
  1. een langgerekt, gewoonlijk geleed, uitwendig orgaan op de kop van een insect dat zintuigen voor de tastzin of soms ook voor gehoor of smaak bevat
voelspriet
noun
  1. an antenna or appendage used to feel, as on an insect
  2. feeler organ