Home ->Dictionaries ->Dutch/English ->Search: hakhout

Dutch and English Search Results for: hakhout

Summary

Dutch to English: more detail...

hakhout:
- stick; bat; copse wood
Wiktionary:
- hakhout → coppice

Dutch

Detailed Translations for hakhout from Dutch to English

hakhout:

hakhout [het ~] nomen

het hakhout (slaghout)
the stick; the bat
- stick [the ~] nomen
- bat [the ~] nomen
het hakhout
the copse wood
- copse wood [the ~] nomen

Translation Matrix for hakhout:

Noun	Related Translations	Other Translations
bat	hakhout; slaghout	knoet; knuppel; vleermuis
copse wood	hakhout
stick	hakhout; slaghout	baton; hockeystick; knoet; knuppel; loot; phylum; pook; schacht; staaf; staf; stam; stang; stok; takje; twijg; versnellingshandel
Verb	Related Translations	Other Translations
stick		aan elkaar hangen; aan elkaar kleven; aaneenplakken; blijven hangen; blijven steken; graaien; grijpen; grissen; haperen; iets vastkleven; jatten; kleven; klitten; lijmen; omhoogzitten; op hetzelfde niveau blijven; pikken; plakken; samenplakken; snaaien; stagneren; stokken; vast blijven hangen; vastkleven; vastkoeken; vastlijmen; vastlopen; vastplakken; wegkapen

Wiktionary Translations for hakhout:

hakhout

noun

grove of small growth
- coppice → hakhout