Dutch
Detailed Translations for uitdeling from Dutch to English
uitdeling:
-
de uitdeling (uitgifte; verstrekking; uitreiking; uitgaaf; afgifte)
Translation Matrix for uitdeling:
Noun | Related Translations | Other Translations |
distribution | afgifte; uitdeling; uitgaaf; uitgifte; uitreiking; verstrekking | distributie; distributiekantoor; uitstrooiing; verspreiding |
granting | afgifte; uitdeling; uitgaaf; uitgifte; uitreiking; verstrekking | akkoord; fiat; gegevensverstrekking; goedkeuring; goedvinden; permissie; toestemming; verstrekking |
issue | afgifte; uitdeling; uitgaaf; uitgifte; uitreiking; verstrekking | actiepunt; aflevering; editie; emissie; geval; issue; kwestie; punt; uitgave; uitgifte; uitstoot; zaak |
Verb | Related Translations | Other Translations |
issue | openbaren; publiceren; uitbrengen; uitgeven | |
Other | Related Translations | Other Translations |
issue | uitkomen; uitstromen |
Wiktionary Translations for uitdeling:
uitdeling
noun
-
anything distributed; portion; share
-
act of distribution or being distributed