Summary
Dutch to English: more detail...
English to Dutch: more detail...
-
district:
- buurt; wijk; woonwijk; plein; stadskwartier; centrum; buitenwijk; sectie; handelswijk; stadsdeel; stadswijk; gebied; plaats; regio; streek; landstreek; gouw; gewest; oord; provincie; rechtsgebied; rayon; ressort; rijksonderdeel; district; zone; terrein; gordel; territorium; hoek; kanton; rayon van een bedrijf
- Wiktionary:
Dutch
Detailed Translations for district from Dutch to English
district:
-
het district
Translation Matrix for district:
Related Words for "district":
English
Detailed Translations for district from English to Dutch
district:
-
the district (quarter; area; ward)
de buurt; de wijk; de woonwijk; het plein; stadskwartier; het centrum; de buitenwijk; de sectie; handelswijk; het stadsdeel; de stadswijk -
the district (region; area; place; county; department; part of the country; province)
-
the district (province; county; department; region)
-
the district (area; zone; region; territory)
-
the district (zone; area; domain; territory; sphere; department; dominion; region)
-
the district (place; region)
-
the district (canton; region)
-
the district (area; territory)
-
the district (region; area; domain; territory; province; zone; county; sphere; department; dominion)
Translation Matrix for district:
Related Words for "district":
Synonyms for "district":
Related Definitions for "district":
Wiktionary Translations for district:
district
Cross Translation:
noun
district
-
administrative division
- district → district
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• district | → stad; plaats | ↔ cité — ville, surtout quand on vouloir en faire ressortir l’importance. |
• district | → buurt; wijk; stadswijk | ↔ quartier — quart, une des quatre parties plus ou moins égales d'un tout. |