Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. grootmoedigheid:
  2. grootmoedig:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for grootmoedigheid from Dutch to English

grootmoedigheid:

grootmoedigheid [de ~ (v)] nomen

  1. de grootmoedigheid (edelmoedigheid; generositeit)
    the generosity

Translation Matrix for grootmoedigheid:

NounRelated TranslationsOther Translations
generosity edelmoedigheid; generositeit; grootmoedigheid goedgeefsheid; gulheid; mildadigheid; mildheid; royaliteit; ruimhartigheid; scheutigheid; vrijgevigheid

Related Words for "grootmoedigheid":


Wiktionary Translations for grootmoedigheid:

grootmoedigheid
noun
  1. The quality of being magnanimous; greatness of mind; elevation or dignity of soul
  2. the trait of being more than adequate

grootmoedig:

grootmoedig adj

  1. grootmoedig (edelmoedig; nobel; edel; groots)

Translation Matrix for grootmoedig:

AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
generous edel; edelmoedig; grootmoedig; groots; nobel edelmoedig; genereus; goedgeefs; gul; mild; royaal; ruimhartig; scheutig; vrijgevig
magnanimous edel; edelmoedig; grootmoedig; groots; nobel edelmoedig; genereus; goedgeefs; gul; mild; royaal; ruimhartig; scheutig; vrijgevig
noble edel; edelmoedig; grootmoedig; groots; nobel adellijk; edel; edelmoedig; genereus; goedgeefs; gul; mild; royaal; ruimhartig; scheutig; van adel; vrijgevig

Related Words for "grootmoedig":


Wiktionary Translations for grootmoedig:

grootmoedig
adjective
  1. noble and generous in spirit
  2. noble in character, magnanimous