Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. onzekerheid:
  2. onzeker:
  3. Wiktionary:
  4. User Contributed Translations for onzekerheid:
    • suspense


Dutch

Detailed Translations for onzekerheid from Dutch to English

onzekerheid:

onzekerheid [de ~ (v)] nomen

  1. de onzekerheid
    the uncertainty; the insecurity

Translation Matrix for onzekerheid:

NounRelated TranslationsOther Translations
insecurity onzekerheid gevaar; onveiligheid
uncertainty onzekerheid onbestendigheid; veranderlijkheid; wisselvalligheid

Related Words for "onzekerheid":


Wiktionary Translations for onzekerheid:

onzekerheid
noun
  1. lack of security, uncertainty
  2. expression of doubt
  3. expectancy; condition of being undetermined
  4. a sudden feeling of apprehension, doubt, fear etc.
  5. doubt; the condition of being uncertain

Cross Translation:
FromToVia
onzekerheid hazard; risk; venture; uncertainty aléa — désuet|fr chance bonne ou mauvaise.

onzekerheid form of onzeker:


Translation Matrix for onzeker:

AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
indecisive besluiteloos; onzeker aarzelend; besluiteloos; weifelachtig; weifelend
insecure besluiteloos; onzeker
unstable onzeker; wankel evenwicht gedesequilibreerd; grillig; inconsistent; insolide; los; nukkig; onberekenbaar; onevenwichtig; onstabiel; onvast; onvoorspelbaar; rank; variabel; variërend; veranderlijk; wankel; wankelbaar; wankelend; wiebelend; wiebelig; wispelturig; wisselend; wisselvallig
ModifierRelated TranslationsOther Translations
unstable equilibrium onzeker; wankel evenwicht

Related Words for "onzeker":


Wiktionary Translations for onzeker:

onzeker
adjective
  1. -
  2. of uncertain, risky outcome
  3. unsound

Cross Translation:
FromToVia
onzeker random aléatoire — Qui se produire par hasard.