Home ->Dictionaries ->Dutch/English ->Search: boekhouder

Dutch and English Search Results for: boekhouder

Summary

Dutch to English: more detail...

boekhouder:
- administrator; accountant; trustee; bookkeeper; regent
Wiktionary:
- boekhouder → bookkeeper, accountant
- boekhouder → accountant, bookkeeper

Dutch

Detailed Translations for boekhouder from Dutch to English

boekhouder:

boekhouder [de ~ (m)] nomen

de boekhouder (administrateur; beheerder; intendant; referendaris)
the administrator; the accountant; the trustee; the bookkeeper; the regent
- administrator [the ~] nomen
- accountant [the ~] nomen
- trustee [the ~] nomen
- bookkeeper [the ~] nomen
- regent [the ~] nomen
de boekhouder
the accountant
- accountant [the ~] nomen

Translation Matrix for boekhouder:

Related Words for "boekhouder":

boekhouders

Wiktionary Translations for boekhouder:

boekhouder

noun

iemand die de inkomsten en uitgaven van een organisatie bijhoudt
- boekhouder → bookkeeper

boekhouder

noun

a reckoner, or someone who maintains financial matters for a person(s)
- accountant → boekhouder; accountant
one who is skilled in, keeps, or adjusts, accounts
- accountant → boekhouder
one whose profession includes organizing, maintaining and auditing the records of another
- accountant → boekhouder

Cross Translation:

From	To	Via
• boekhouder	→ accountant; bookkeeper	↔ comptable — Celui, celle qui fait profession de tenir les comptabilités.