Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. Namen:
  2. nemen:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for namen from Dutch to English

Namen:


Translation Matrix for Namen:

OtherRelated TranslationsOther Translations
Province of Namur Namen

Wiktionary Translations for Namen:

Namen
proper noun
  1. provincie in het oosten van België
Namen
proper noun
  1. city
  2. province

namen form of nemen:

nemen verb (neem, neemt, nam, namen, genomen)

  1. nemen (pakken)
    – het grijpen of tevoorschijn halen 1
    to take
    • take verb (takes, took, taking)

Conjugations for nemen:

o.t.t.
  1. neem
  2. neemt
  3. neemt
  4. nemen
  5. nemen
  6. nemen
o.v.t.
  1. nam
  2. nam
  3. nam
  4. namen
  5. namen
  6. namen
v.t.t.
  1. heb genomen
  2. hebt genomen
  3. heeft genomen
  4. hebben genomen
  5. hebben genomen
  6. hebben genomen
v.v.t.
  1. had genomen
  2. had genomen
  3. had genomen
  4. hadden genomen
  5. hadden genomen
  6. hadden genomen
o.t.t.t.
  1. zal nemen
  2. zult nemen
  3. zal nemen
  4. zullen nemen
  5. zullen nemen
  6. zullen nemen
o.v.t.t.
  1. zou nemen
  2. zou nemen
  3. zou nemen
  4. zouden nemen
  5. zouden nemen
  6. zouden nemen
en verder
  1. ben genomen
  2. bent genomen
  3. is genomen
  4. zijn genomen
  5. zijn genomen
  6. zijn genomen
diversen
  1. neem!
  2. neemt!
  3. genomen
  4. nemend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for nemen:

NounRelated TranslationsOther Translations
take baat; gewin; profijt; winst
VerbRelated TranslationsOther Translations
take nemen; pakken aangrijpen; aannemen; aanpakken; aanvaarden; aanwenden; accepteren; achteroverdrukken; afhalen; afnemen; benemen; benutten; bezetten; bezigen; cadeau aannemen; gappen; gebruik maken van; gebruiken; grijpen; hanteren; ingrijpen; innemen; inpikken; jatten; kapen; leegstelen; medicijn innemen; meenemen; naartoe brengen; ontfutselen; ontnemen; ontvreemden; ophalen; pikken; plunderen; roven; snaaien; stelen; toegrijpen; toepassen; toetasten; toeëigenen; utiliseren; verdonkeremanen; verdonkeren; verduisteren; verstouwen; verstuwen; vervreemden; weghalen; wegkapen; wegnemen; wegpakken; wegpikken; zich bedienen
- pakken

Synonyms for "nemen":


Antonyms for "nemen":


Related Definitions for "nemen":

  1. het accepteren1
    • ik neem het niet langer!1
  2. het kopen of bestellen1
    • we nemen een taxi1
  3. het grijpen of tevoorschijn halen1
    • neem maar een koekje hoor!1

Wiktionary Translations for nemen:

nemen
verb
  1. iets vastpakken met de handen
nemen
verb
  1. take, catch (transportation)
  2. obtain
  3. debate or dispose of a motion
  4. take up as an example
  5. to grasp and pull with fingers
  6. to grab with the hands
  7. to grab and move to oneself
  8. to get into one's possession

Cross Translation:
FromToVia
nemen have; wreak; take; seize; do nehmen — eine Sache greifen


Wiktionary Translations for namen:

namen
verb
  1. to give a name, call

External Machine Translations:

Related Translations for namen