Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. titaan:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for titaan from Dutch to English

titaan:

titaan [het ~] nomen

  1. het titaan (reus; gigant; joekel)
    the giant; the colossus; the jumbo; the big man
  2. het titaan
    the titanium

Translation Matrix for titaan:

NounRelated TranslationsOther Translations
big man gigant; joekel; reus; titaan
colossus gigant; joekel; reus; titaan bakbeest; gevaarte; joekel; kanjer; knaap; knoert; kokker; kokkerd; kolos; loei
giant gigant; joekel; reus; titaan beer; groot exemplaar; grote man; joekel; knoert
jumbo gigant; joekel; reus; titaan
titanium titaan
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
giant enorm; reuze
jumbo enorm; reuze

Related Words for "titaan":

  • titaantje, titaantjes

Wiktionary Translations for titaan:

titaan
noun
  1. scheikunde|nld, element|nld scheikundig element met symbool Ti en atoomnummer 22. Het is een grijs overgangsmetaal
titaan
noun
  1. chemical element