Dutch
Detailed Translations for ongestoord from Dutch to English
ongestoord:
-
ongestoord (ongehinderd; vrijuit; onverstoord; ongemoeid)
undisturbed; uninterrupted; freely; unhindered-
undisturbed adj
-
uninterrupted adj
-
freely adv
-
unhindered adj
-
Translation Matrix for ongestoord:
Adjective | Related Translations | Other Translations |
undisturbed | ongehinderd; ongemoeid; ongestoord; onverstoord; vrijuit | aldoor; almaar; continue; de hele tijd; gedurig; ononderbroken; onophoudelijk; steeds; telkens; voortdurend |
unhindered | ongehinderd; ongemoeid; ongestoord; onverstoord; vrijuit | onbelemmerd |
uninterrupted | ongehinderd; ongemoeid; ongestoord; onverstoord; vrijuit | aaneengesloten; aanhoudend; aldoor; almaar; constant; continu; continue; de hele tijd; doorlopend; gedurig; onafgebroken; onafgelaten; ononderbroken; onophoudelijk; steeds; telkens; voortdurend |
Adverb | Related Translations | Other Translations |
freely | ongehinderd; ongemoeid; ongestoord; onverstoord; vrijuit | beschikbaar; disponibel; gulweg; in een handomdraai; in vrijheid; moeiteloos; vacant; vanzelf; vrij; zonder moeite |
Wiktionary Translations for ongestoord:
ongestoord
adjective
-
not disturbed