Summary
Dutch to English: more detail...
- fabricage:
-
Wiktionary:
- fabricage → fabrication, making, manifacture
Dutch
Detailed Translations for fabricage from Dutch to English
fabricage:
-
de fabricage (constructie)
-
de fabricage (vervaardiging; maken; productie)
-
de fabricage (productie)
Translation Matrix for fabricage:
Wiktionary Translations for fabricage:
fabricage
noun
-
techniek|nld (machinale) productie (in een fabriek)
- fabricage → fabrication; making; manifacture
English
Detailed Translations for fabricage from English to Dutch
fabricage: (*Using Word and Sentence Splitter)
- fabric: textiel; textielwaren; weefsel; geweven stof; stof
- age: eeuw; honderd jaar; leeftijd; periode; tijdperk; tijdvak; tijdsverloop; epoch; tijdsgewricht; epoche; tijd; ouderdom; oudheid; jaartelling; era; tijdrekening; rijpen; rijp worden; rangschikken naar ouderdom; ouderdomsrangschikking; ouderdom berekenen