Dutch
Detailed Translations for slagboom from Dutch to English
slagboom:
-
de slagboom (afsluitboom; sluitboom)
Translation Matrix for slagboom:
Noun | Related Translations | Other Translations |
barrier | afsluitboom; slagboom; sluitboom | afgrendeling; afsluiting; belemmering; beletsel; dichtmaken; het afsluiten; hindernis; hinderpaal; klip; obstakel; roadblock; sluiting; versperring |
Related Words for "slagboom":
English
Detailed Translations for slagboom from English to Dutch
slagboom: (*Using Word and Sentence Splitter)
- slag: slak; sintel; metaalslak; steenkoolslak
- boom: bloei; hoogconjunctuur; hausse; klap; knal; kwak; dreun; smak; vordering; vooruitgang; toename; explosie; ontploffing; plof; bam; schreeuwen; blaffen; brullen; bulderen; daveren; knallen; bloeien; tot hoogconjunctuur komen; ontlading; rijzing; plotselinge uitbarsting