Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. stellingname:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for stellingname from Dutch to English

stellingname:

stellingname [znw.] nomen

  1. stellingname (houding; standpuntbepaling; standpunt; )
    the attitude; the position; the stand

Translation Matrix for stellingname:

NounRelated TranslationsOther Translations
attitude bewering; houding; positie; standpunt; standpuntbepaling; stellingname; thema denkbeeld; gezichtspunt; idee; interpretatie; inzicht; lezing; mening; oordeel; opinie; opvatting; positie; stand van het lichaam; standpunt; visie; zienswijze
position bewering; houding; positie; standpunt; standpuntbepaling; stellingname; thema ambt; arrangement; baan; betrekking; dienstbetrekking; functie; gesteldheid; gezichtshoek; gezichtspunt; indeling; invalshoek; job; klasse; ligging; maatschappelijke klasse; oogpunt; opstelling; orde; ordening; perspectief; positie; rang; rangschikking; schikking; slag; staat; stand; stand van het lichaam; standpunt; toestand; zienswijs
stand bewering; houding; positie; standpunt; standpuntbepaling; stellingname; thema denkbeeld; driepoot; getuigenbank; gezichtspunt; idee; interpretatie; inzicht; kraam; kraampje; lezing; mat; matje; mening; onderlegger; onderstel; onderzetter; oordeel; opinie; opvatting; placemat; poot; sokkel; staander; stalletje; stand; stand op jaarbeurs; standpunt; tafelmatje; visie; voet; voetstuk; zienswijze; zuilvoet
VerbRelated TranslationsOther Translations
position plaatsen; positioneren; zetten
stand doorleven; doorstaan; dragen; dulden; harden; staan; uithouden; uitzingen; velen; verdragen; verduren; verteren; volhouden

Related Words for "stellingname":

  • stellingnamen, stellingnames

Wiktionary Translations for stellingname:

stellingname
noun
  1. stand
  2. presentation of opinion or position