Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. eczeem:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for eczeem from Dutch to English

eczeem:

eczeem [het ~] nomen

  1. het eczeem
    the eczema; the skin allergy; the rash

Translation Matrix for eczeem:

NounRelated TranslationsOther Translations
eczema eczeem
rash eczeem baardschurft; jeukziekte
skin allergy eczeem
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
rash achteloos; doldriest; gedachteloos; klakkeloos; lichthoofdig; lichtzinnig; onberaden; onbesuisd; onbezonnen; ondoordacht; onnadenkend; onoverdacht; onwillekeurig; overhaast; overijld; overmoedig; roekeloos; vermetel; voorbarig; waaghalzig; werktuiglijk; zomaar; zonder bedenken of overwegen; zonder erbij na te denken

Related Words for "eczeem":

  • eczemen

Wiktionary Translations for eczeem:

eczeem
noun
  1. oppervlakkige huidaandoening
eczeem
noun
  1. acute or chronic inflammation of the skin