Summary
Dutch to English: more detail...
- tegemoetkomend:
- tegemoetkomen:
-
Wiktionary:
- tegemoetkomend → complaisant
Dutch
Detailed Translations for tegemoetkomend from Dutch to English
tegemoetkomend:
-
tegemoetkomend (toeschietelijk; welwillend; bereidwillig)
Translation Matrix for tegemoetkomend:
Adjective | Related Translations | Other Translations |
obliging | bereidwillig; tegemoetkomend; toeschietelijk; welwillend | aanspreekbaar; behulpzaam; beleefd; benaderbaar; bereidvaardig; bereidwillig; beschaafd; dienstbaar; dienstvaardig; dienstwillig; gedienstig; gedwee; gemanierd; genaakbaar; gewillig; inschikkelijk; meegaand; soepel; toegankelijk; toegeeflijk; toegevend; toeschietelijk; verplichtend; voorkomend; vriendelijke; wellevend; welopgevoed; welwillend; willig |
Related Words for "tegemoetkomend":
Wiktionary Translations for tegemoetkomend:
tegemoetkomend
adjective
-
polite
-
willing to do what pleases others
tegemoetkomen:
-
tegemoetkomen (naderen; toenaderen)
-
tegemoetkomen (concessies doen; welwillendheid tonen)
Conjugations for tegemoetkomen:
o.t.t.
- kom tegemoet
- komt tegemoet
- komt tegemoet
- komen tegemoet
- komen tegemoet
- komen tegemoet
o.v.t.
- kwam tegemoet
- kwam tegemoet
- kwam tegemoet
- kwamen tegemoet
- kwamen tegemoet
- kwamen tegemoet
v.t.t.
- ben tegemoet gekomen
- bent tegemoet gekomen
- is tegemoet gekomen
- zijn tegemoet gekomen
- zijn tegemoet gekomen
- zijn tegemoet gekomen
v.v.t.
- was tegemoet gekomen
- was tegemoet gekomen
- was tegemoet gekomen
- waren tegemoet gekomen
- waren tegemoet gekomen
- waren tegemoet gekomen
o.t.t.t.
- zal tegemoetkomen
- zult tegemoetkomen
- zal tegemoetkomen
- zullen tegemoetkomen
- zullen tegemoetkomen
- zullen tegemoetkomen
o.v.t.t.
- zou tegemoetkomen
- zou tegemoetkomen
- zou tegemoetkomen
- zouden tegemoetkomen
- zouden tegemoetkomen
- zouden tegemoetkomen
diversen
- kom tegemoet!
- komt tegemoet!
- tegemoet gekomen
- tegemoet komend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for tegemoetkomen:
Noun | Related Translations | Other Translations |
advance | aantocht; avance; kasvoorschot; opmars; rijzing; toenadering; voorschot; voortgang | |
approach | naderen; tegemoetkomen | aantocht; avance; benadering; benaderingswijze; invalshoek; optiek; toegangsweg; toenadering |
Verb | Related Translations | Other Translations |
advance | naderen; tegemoetkomen; toenaderen | avanceren; bevorderd worden; bevorderen; duwen; helpen; hogerop komen; naar voren plaatsen; opmarcheren; oprukken; opschuiven; promoten; promoveren; vervroegen; voorschieten; voorschuiven; vooruitschuiven; voorwaarts gaan; vroeger uitvoeren dan gepland; zich opwerken |
approach | naderen; tegemoetkomen; toenaderen | aanvliegen; benaderen; dichterbij komen; naderen; toenaderen |
concede to | concessies doen; tegemoetkomen; welwillendheid tonen | |
make concessions to | concessies doen; tegemoetkomen; welwillendheid tonen |