Dutch

Detailed Translations for besef from Dutch to English

besef:

besef [het ~] nomen

  1. het besef (bewustzijn; notie; benul)
    the consciousness; the awareness; the realization; the notion; the idea; the realisation

Translation Matrix for besef:

NounRelated TranslationsOther Translations
awareness benul; besef; bewustzijn; notie bewustzijn; brein; inzicht; rede; verstand
consciousness benul; besef; bewustzijn; notie
idea benul; besef; bewustzijn; notie begrip; benul; conceptie; denkbeeld; gedachte; gezichtspunt; gezindheid; idee; intentie; interpretatie; inzicht; kijk; lezing; mening; meningsuiting; mentale voorstelling; moedwil; notie; oordeel; opinie; opvatting; opzet; overtuiging; plan; planning; standpunt; vaststaande mening; visie; voornemen; zienswijze
notion benul; besef; bewustzijn; notie begrijpen; begrip; benul; brein; conceptie; denkbeeld; gedachte; gezichtspunt; gezindheid; hersens; idee; intelligentie; interpretatie; inzicht; kijk; lezing; mening; mentale voorstelling; notie; oordeel; opinie; opvatting; overtuiging; sjoege; standpunt; vaststaande mening; verstand; visie; zienswijze
realisation benul; besef; bewustzijn; notie invullen; invulling; realisatie; totstandkoming; vervulling; verwerkelijking; verwezenlijking
realization benul; besef; bewustzijn; notie invullen; invulling; realisatie; totstandkoming; vervulling; verwerkelijking; verwezenlijking

Related Words for "besef":


Wiktionary Translations for besef:

besef
noun
  1. een reëel bewustzijn
besef
noun
  1. mental apprehension of whatever may be known or imagined; an idea; a conception
  2. the state of consciousness
  3. act of figuring out or becoming aware

Cross Translation:
FromToVia
besef command; competence; competency; proficiency; skill; ken; awareness; consciousness; lucidity; realization connaissance — Idée, notion qu’on a de quelque chose, de quelqu’un; le fait de le connaître
besef consciousness; conscience; lucidity; realization conscience — Traductions à trier suivant le sens

beseffen:

beseffen verb (besef, beseft, besefte, beseften, beseft)

  1. beseffen (realiseren; onderkennen; inzien; doorzien)
    to realize; to contain; to grasp; to get to know; to hold; to realise
    • realize verb, amerikan (realizes, realized, realizing)
    • contain verb (contains, contained, containing)
    • grasp verb (grasps, grasped, grasping)
    • get to know verb (gets to know, got to know, getting to know)
    • hold verb (holds, held, holding)
    • realise verb, engelsk

Conjugations for beseffen:

o.t.t.
  1. besef
  2. beseft
  3. beseft
  4. beseffen
  5. beseffen
  6. beseffen
o.v.t.
  1. besefte
  2. besefte
  3. besefte
  4. beseften
  5. beseften
  6. beseften
v.t.t.
  1. heb beseft
  2. hebt beseft
  3. heeft beseft
  4. hebben beseft
  5. hebben beseft
  6. hebben beseft
v.v.t.
  1. had beseft
  2. had beseft
  3. had beseft
  4. hadden beseft
  5. hadden beseft
  6. hadden beseft
o.t.t.t.
  1. zal beseffen
  2. zult beseffen
  3. zal beseffen
  4. zullen beseffen
  5. zullen beseffen
  6. zullen beseffen
o.v.t.t.
  1. zou beseffen
  2. zou beseffen
  3. zou beseffen
  4. zouden beseffen
  5. zouden beseffen
  6. zouden beseffen
diversen
  1. besef!
  2. beseft!
  3. beseft
  4. beseffend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for beseffen:

NounRelated TranslationsOther Translations
grasp begrijpen; inzicht
hold bak; barrel; beetnemen; beetpakken; emmer; fust; greep; houdgreep; kuip; pot; scheepsruim; teil; ton; vastpakken; vat
VerbRelated TranslationsOther Translations
contain beseffen; doorzien; inzien; onderkennen; realiseren behelzen; inhouden; inkapselen; van afsluitende laag voorzien
get to know beseffen; doorzien; inzien; onderkennen; realiseren kennis maken met; ontmoeten
grasp beseffen; doorzien; inzien; onderkennen; realiseren aanklampen; beetgrijpen; beetpakken; begrijpen; graaien; grijpen; grissen; inzien; jatten; klemmen; knellen; met het verstand vatten; omklemmen; pikken; snaaien; snappen; vastklampen; vastpakken; wegkapen
hold beseffen; doorzien; inzien; onderkennen; realiseren aanhouden; arresteren; beethouden; gevangennemen; handhaven; in de cel zetten; inrekenen; niet laten gaan; oppakken; opsluiten; stand houden; vasthouden; vastzetten; wachten
realise beseffen; doorzien; inzien; onderkennen; realiseren bewerkstelligen; kapitaliseren; realiseren; totstandkomen; verwerkelijken; verwezenlijken; waarmaken
realize beseffen; doorzien; inzien; onderkennen; realiseren bewerkstelligen; kapitaliseren; realiseren; totstandkomen; verwerkelijken; verwezenlijken; waarmaken

Related Words for "beseffen":


Wiktionary Translations for beseffen:

beseffen
verb
  1. het reëel bewust worden van iets
beseffen
verb
  1. to be aware of
  2. to become aware of

Cross Translation:
FromToVia
beseffen understand; comprehend; realize; appreciate; apprehend; catch; see comprendrecontenir en soi.
beseffen realise; realize se rendre compte — Prendre conscience ; s’apercevoir.