Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. naar huis:
    • Wiktionary:
      naar huis → home


Dutch

Detailed Translations for naar huis from Dutch to English

naar huis: (*Using Word and Sentence Splitter)

Spelling Suggestions for: naar huis


Wiktionary Translations for naar huis:

naar huis
adverb
  1. homewards

External Machine Translations:

Related Translations for naar huis