Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. pakhuis:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for pakhuis from Dutch to English

pakhuis:

pakhuis [het ~] nomen

  1. het pakhuis (opslagplaats; warenhuis; depot; )
    the warehouse; the storehouse; the store; the shed
    the depot
    – a depository for goods 1

Translation Matrix for pakhuis:

NounRelated TranslationsOther Translations
depot bergplaats; depot; opslagplaats; opslagruimte; pakhuis; voorraadschuur; warenhuis geweermagazijn; magazijn; opslag; opslagplaats; provisiekast; station
shed bergplaats; depot; opslagplaats; opslagruimte; pakhuis; voorraadschuur; warenhuis afdak; barak; bouwkeet; hangaar; hok; hut; hutje; keet; koestal; krot; krotwoning; loods; luifel; schuur
store bergplaats; depot; opslagplaats; opslagruimte; pakhuis; voorraadschuur; warenhuis archief; geweermagazijn; ligopslagplaats; magazijn; opslag; opslagplaats; provisiekast
storehouse bergplaats; depot; opslagplaats; opslagruimte; pakhuis; voorraadschuur; warenhuis magazijn; voorraadmagazijn
warehouse bergplaats; depot; opslagplaats; opslagruimte; pakhuis; voorraadschuur; warenhuis geweermagazijn; goederenloods; goederenopslagruimte; magazijn; opslag; opslagplaats; provisiekast; voorraadmagazijn
VerbRelated TranslationsOther Translations
shed vergieten
store archiveren; bewaren; deponeren; hamsteren; opbergen; oppotten; opslaan; opzij leggen; potten; stallen; wegbergen; wegsluiten; wegzetten

Related Words for "pakhuis":


Wiktionary Translations for pakhuis:

pakhuis
noun
  1. A place for storing large amounts of products