Home ->Dictionaries ->Dutch/English ->Search: afstamming

Dutch and English Search Results for: afstamming

Summary

Dutch to English: more detail...

afstamming:
- origin; ancestry; descent; provenance; source; parentage; birth; descendant
Wiktionary:
- afstamming → descent, lineage, ancestry

Dutch

Detailed Translations for afstamming from Dutch to English

afstamming:

afstamming [de ~ (v)] nomen

de afstamming (herkomst; origine; afkomst; komaf)
the origin; the ancestry; the descent; the provenance; the source; the parentage; the birth
- origin [the ~] nomen
- ancestry [the ~] nomen
- descent [the ~] nomen
- provenance [the ~] nomen
- source [the ~] nomen
- parentage [the ~] nomen
- birth [the ~] nomen
de afstamming
the descendant
- descendant [the ~] nomen

Translation Matrix for afstamming:

Noun	Related Translations	Other Translations
ancestry	afkomst; afstamming; herkomst; komaf; origine
birth	afkomst; afstamming; herkomst; komaf; origine	bevalling; geboorte; verlossing
descendant	afstamming	afstammeling; descendant; nakomeling; telg
descent	afkomst; afstamming; herkomst; komaf; origine	afdaling; afstammen; daling; glooiing; glooiingshoek; landing; spruiten
origin	afkomst; afstamming; herkomst; komaf; origine	bakermat; oorsprong
parentage	afkomst; afstamming; herkomst; komaf; origine
provenance	afkomst; afstamming; herkomst; komaf; origine
source	afkomst; afstamming; herkomst; komaf; origine	bakermat; bron; bronvoorziening; gegevensbron; oorsprong; rivierbron

Related Words for "afstamming":

afstammingen

Wiktionary Translations for afstamming:

afstamming

noun

de genetische voorgescheidenis van een individu, volk of soort
- afstamming → descent

afstamming

noun

descent
- lineage → afstamming; geslacht; nakomelingschap; afkomst
condition as to ancestors
- ancestry → voorouders; afstamming

Related Translations for afstamming

goede afstamming