Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. ijs:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for ijs from Dutch to English

ijs:

ijs [het ~] nomen

  1. het ijs (bevroren water)
    – bevroren water 1
    the ice
    – water frozen in the solid state 2
    • ice [the ~] nomen
      • Americans like ice in their drinks2
  2. het ijs (ijsje; roomijs; consumptie-ijs)
    – bevroren mengsel van melk, suiker, vruchten enz. 1
    the ice cream
    – frozen dessert containing cream and sugar and flavoring 2
    the ice
    – a frozen dessert with fruit flavoring (especially one containing no milk) 2
    • ice [the ~] nomen

Translation Matrix for ijs:

NounRelated TranslationsOther Translations
ice bevroren water; consumptie-ijs; ijs; ijsje; roomijs
ice cream consumptie-ijs; ijs; ijsje; roomijs
VerbRelated TranslationsOther Translations
ice glaceren; glazuren; met glazuur bedekken; verglazen

Related Words for "ijs":


Related Definitions for "ijs":

  1. bevroren mengsel van melk, suiker, vruchten enz.1
    • ik wil graag aardbeienijs1
  2. bevroren water1
    • als er ijs op de sloot ligt, gaan we schaatsen1

Wiktionary Translations for ijs:

ijs
noun
  1. dessert
  2. frozen dessert
  3. water in frozen form

Cross Translation:
FromToVia
ijs ice EisWasser im festen Aggregatzustand; gefrorenes Wasser
ijs ice; ice cream Eiskurz für: Speiseeis, eine gefrorene Süßspeise
ijs ice glace — Eau à l’état solide.

Related Translations for ijs