Dutch

Detailed Translations for nijverheid from Dutch to English

nijverheid:

nijverheid [de ~ (v)] nomen

  1. de nijverheid (vlijt; ijverigheid; werklust; )
    the diligence; the fervour; the diligentness; the zeal; the assiduity; the industriousness; the industry; the fervor

Translation Matrix for nijverheid:

NounRelated TranslationsOther Translations
assiduity ijver; ijverigheid; naarstigheid; nijverheid; noestigheid; vlijt; vlijtigheid; werklust; werkzaamheid elan; gloed; pit; vlam; vuur
diligence ijver; ijverigheid; naarstigheid; nijverheid; noestigheid; vlijt; vlijtigheid; werklust; werkzaamheid activiteit; ambitie; arbeid; arbeidzaamheid; aspiratie; bedrijvigheid; bezigheid; devotie; elan; genegenheid; gloed; ijver; inzet; overgave; pit; streven; toegewijdheid; toewijding; trouw; vlam; vuur; werkzaamheid; zorgzaamheid
diligentness ijver; ijverigheid; naarstigheid; nijverheid; noestigheid; vlijt; vlijtigheid; werklust; werkzaamheid
fervor ijver; ijverigheid; naarstigheid; nijverheid; noestigheid; vlijt; vlijtigheid; werklust; werkzaamheid animo; belangstelling; elan; fascinatie; felheid; geboeidheid; genegenheid; gloed; heftigheid; hevigheid; innigheid; intensiteit; interesse; kracht; liefde; pit; vlam; vuur; zin
fervour ijver; ijverigheid; naarstigheid; nijverheid; noestigheid; vlijt; vlijtigheid; werklust; werkzaamheid animo; belangstelling; elan; fascinatie; felheid; geboeidheid; genegenheid; gloed; heftigheid; hevigheid; innigheid; intensiteit; interesse; kracht; liefde; pit; vlam; vuur; zin
industriousness ijver; ijverigheid; naarstigheid; nijverheid; noestigheid; vlijt; vlijtigheid; werklust; werkzaamheid
industry ijver; ijverigheid; naarstigheid; nijverheid; noestigheid; vlijt; vlijtigheid; werklust; werkzaamheid activiteit; arbeid; bedrijf; bedrijvigheid; bezigheid; firma; industrie; onderneming; tak van nijverheid; werkzaamheid; zaak
zeal ijver; ijverigheid; naarstigheid; nijverheid; noestigheid; vlijt; vlijtigheid; werklust; werkzaamheid activiteit; arbeid; bedrijvigheid; bezetenheid; bezigheid; drift; elan; gloed; hartstocht; obsessie; passie; pit; vlam; vuur; werkzaamheid
ModifierRelated TranslationsOther Translations
zeal toegewijd

Related Words for "nijverheid":


Wiktionary Translations for nijverheid:

nijverheid
noun
  1. elk bedrijf waarbij grondstoffen worden verwerkt
nijverheid
noun
  1. businesses that produce goods

nijver:


Translation Matrix for nijver:

NounRelated TranslationsOther Translations
active actieve vorm; activum; bedrijvende vorm
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
active actief; bedrijvig; bezig; nijver actief; arbeidend; arbeidzaam; bedrijvig; beweeglijk; bezig; druk; dynamisch; energiek; levendig; werkend; werkzaam
industrious actief; bedrijvig; bezig; nijver actief; arbeidend; arbeidzaam; bedreven; bedrijvig; bezig; druk; ijverig; naarstig; noest; onvermoeibaar; verwoed; vlijtig; werkend; werkzaam
ModifierRelated TranslationsOther Translations
hard-working actief; bedrijvig; bezig; nijver actief; arbeidend; arbeidzaam; bedrijvig; bezig; druk; werkend; werkzaam

Related Words for "nijver":


Wiktionary Translations for nijver:


Cross Translation:
FromToVia
nijver assiduous; diligent; hardworking; industrious; active assidu — propre|fr (figuré) Qui fait preuve d’assiduité.
nijver challenging; exacting; formidable; hard; heavy; tough; arduous; hardworking; active; diligent; laborious; industrious; assiduous laborieux — Qui travaille beaucoup, qui aime le travail.

Related Translations for nijverheid