Dutch
Detailed Translations for omstander from Dutch to English
omstander:
-
de omstander (getuige; toeschouwer)
Translation Matrix for omstander:
Noun | Related Translations | Other Translations |
bystander | getuige; omstander; toeschouwer | assistent; helper; hulp; secondant |
spectator | getuige; omstander; toeschouwer | deel van publiek; toekijker; toeschouwer |
witness | getuige; omstander; toeschouwer | getuige; getuige voor de rechtbank; kroongetuige |
Verb | Related Translations | Other Translations |
witness | aanwezig zijn; bekijken; bijwonen; gadeslaan; getuigen van; gewaarworden; horen; laten blijken; laten zien; meemaken; merken; observeren; opdagen; opduiken; opkomen; signaleren; verschijnen; voelen; waarnemen; zien |