Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. hoekje:
  2. hoek:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for hoekje from Dutch to English

hoekje:

hoekje [het ~] nomen

  1. het hoekje (schuilhoekje)
    the nook; the hook; the angle; the corner

Translation Matrix for hoekje:

NounRelated TranslationsOther Translations
angle hoekje; schuilhoekje denkbeeld; gezichtspunt; hoek; hoekgraad; idee; interpretatie; inzicht; lezing; mening; oordeel; opinie; opvatting; standpunt; visie; zienswijze
corner hoekje; schuilhoekje hoek; hoekbal; hoekschop; schuilhoek
hook hoekje; schuilhoekje angel; haak; hoek; hoekstoot; ophanghaak; vishaak; weerhaak
nook hoekje; schuilhoekje hoek; hoekplaatsje; hoekzit; schuilhoek
VerbRelated TranslationsOther Translations
angle hengelen; vissen; visvangen
corner opsluiten; vastzetten

Related Words for "hoekje":


Wiktionary Translations for hoekje:

hoekje
noun
  1. small corner formed by two walls

hoek:

hoek [de ~ (m)] nomen

  1. de hoek
    the angle; the corner
  2. de hoek (hoekstoot)
    the hook
    • hook [the ~] nomen
  3. de hoek (oord; streek)
    the place; the region; the district
  4. de hoek (schuilhoek)
    the corner; the nook; the hiding-place

Translation Matrix for hoek:

NounRelated TranslationsOther Translations
angle hoek denkbeeld; gezichtspunt; hoekgraad; hoekje; idee; interpretatie; inzicht; lezing; mening; oordeel; opinie; opvatting; schuilhoekje; standpunt; visie; zienswijze
corner hoek; schuilhoek hoekbal; hoekje; hoekschop; schuilhoekje
district hoek; oord; streek buitenwijk; buurt; centrum; district; gebied; gewest; gordel; gouw; handelswijk; kanton; landstreek; oord; plaats; plein; provincie; rayon; rayon van een bedrijf; rechtsgebied; regio; ressort; rijksonderdeel; sectie; stadsdeel; stadskwartier; stadswijk; streek; terrein; territorium; wijk; woonwijk; zone
hiding-place hoek; schuilhoek sluiphol
hook hoek; hoekstoot angel; haak; hoekje; ophanghaak; schuilhoekje; vishaak; weerhaak
nook hoek; schuilhoek hoekje; hoekplaatsje; hoekzit; schuilhoekje
place hoek; oord; streek gebied; gewest; gouw; landstreek; locatie; navigatieplaats; oord; plaats; plek; regio; stekkie; streek
region hoek; oord; streek cacheregio; district; gebied; gewest; gordel; gouw; kanton; klimaatgordel; landstreek; luchtstreek; oord; plaats; provincie; rayon; rechtsgebied; regio; ressort; rijksonderdeel; streek; terrein; territorium; zone
VerbRelated TranslationsOther Translations
angle hengelen; vissen; visvangen
corner opsluiten; vastzetten
place aanbrengen; aanleggen; bijzetten; deponeren; herbergen; huisvesten; iemand onderdak verlenen; installeren; leggen; monteren en aansluiten; neerleggen; neerzetten; onderbrengen; onderdak geven; onderdak verschaffen; plaatsen; situeren; stationeren; wegleggen; zetten; zich afspelen

Related Words for "hoek":


Related Definitions for "hoek":

  1. ruimte tussen twee vlakken die op elkaar staan1
    • de lamp staat in de hoek van de kamer1

Wiktionary Translations for hoek:

hoek
noun
  1. een punt waar twee benen of halve rechten samenkomen
hoek
noun
  1. intersection of two streets
  2. area in the angle between converging lines or walls
  3. corner where two walls intersect
  4. measure of such a figure
  5. geometrical figure
  6. geometry: corner of a polygon or polyhedron
en-suffix
  1. plane figure

Cross Translation:
FromToVia
hoek corner WinkelEcke in oder an Gebäuden
hoek angle WinkelStellung zweier Linien oder Flächen zueinander
hoek angle angle — géométrie|fr espace entre deux lignes ou deux plans qui se croiser ; inclinaison d’une ligne par rapport à une autre ; se mesurer en degrés, en grades ou en radians.
hoek corner; angle; chock coin — Endroit dans un angle

Related Translations for hoekje