Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. gaan staan:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for gaan staan from Dutch to English

gaan staan:

gaan staan verb

  1. gaan staan (opstaan; verheffen; omhoogkomen)
    to rise
    • rise verb (rises, rose, rising)
  2. gaan staan (opstaan; rijzen; omhoogrijzen)
    to rise; to stand up; to rise up; to arise; to ascent
    • rise verb (rises, rose, rising)
    • stand up verb (stands up, stood up, standing up)
    • rise up verb (rises up, rose up, rising up)
    • arise verb (arises, arised, arising)
    • ascent verb (ascents, ascented, ascenting)

Translation Matrix for gaan staan:

NounRelated TranslationsOther Translations
ascent beklimming; bestijging; klim; klimmen; omhoogkomen; ontwikkelingsgang; opklimmen; opstijgen; progressie; stijgen; stijging; toename; verloop; voortgang; vooruitgang; vordering
rise aangroei; aangroeiing; aanwas; aanwinst; bult; expansie; groei; groter worden; heuvel; klimmen; omhoogkomen; opstijgen; stijgen; stijging; toename; toeneming; uitbreiding; verhoging; vermedevuldigen; vermeerdering; versterking; vooruitgang; vordering
VerbRelated TranslationsOther Translations
arise gaan staan; omhoogrijzen; opstaan; rijzen aangroeien; aanwassen; aanwinnen; aanzwellen; de hoogte ingaan; gebeuren; gedijen; geschieden; groeien; groter worden; omhooggaan; omhoogrijzen; ontspinnen; opdagen; opduiken; opkomen; oprijzen; opzetten; plaats hebben; plaats vinden; rijzen; stijgen; toenemen; vermeerderen; verschijnen
ascent gaan staan; omhoogrijzen; opstaan; rijzen aangroeien; aanwassen; aanwinnen; aanzwellen; de hoogte ingaan; gedijen; groeien; groter worden; omhooggaan; opzetten; stijgen; toenemen; vermeerderen
rise gaan staan; omhoogkomen; omhoogrijzen; opstaan; rijzen; verheffen aangroeien; aanwassen; aanwinnen; aanzwellen; bevorderd worden; de hoogte ingaan; gedijen; groeien; groot worden; groter worden; hoger worden; hogerop komen; in de lucht omhoogstijgen; naar boven gaan; omhoog komen; omhoog rijzen; omhooggaan; omhoogkomen; omhoogstijgen; opborrelen; opgroeien; opstijgen; opvliegen; opwellen; opzetten; rijzen; stijgen; toenemen; uitrijzen; uittorenen; vermeerderen; zich opwerken
rise up gaan staan; omhoogrijzen; opstaan; rijzen
stand up gaan staan; omhoogrijzen; opstaan; rijzen in opstand komen; rebelleren; staan

Wiktionary Translations for gaan staan:


Cross Translation:
FromToVia
gaan staan emerge; get up; rise; stand; stand up; appear; perform; materialize; come into sight surgir — Traductions à trier suivant le sens
gaan staan get up; rise; stand; stand up; start; spike sursauter — Faire un sursaut, un mouvement brusque en étant surpris.

External Machine Translations:

Related Translations for gaan staan