Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. onwennig:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for onwennig from Dutch to English

onwennig:

onwennig adj

  1. onwennig (onbehaaglijk)

Translation Matrix for onwennig:

VerbRelated TranslationsOther Translations
uneasy ongerust maken
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
ill at ease onbehaaglijk; onwennig
uneasy onbehaaglijk; onwennig bezorgd; krukkig; onbeholpen; ongerust; onhandig; schutterig; slungelig; stumperig; stuntelig; sukkelig; verontrust
unpleasant onbehaaglijk; onwennig hinderlijk; lastig; naar; onaangenaam; onaardig; ongelegen; onhartelijk; onhebbelijk; onplezierig; onverdraagzaam; onverkwikkelijk; onvriendelijk; onwelwillend; storend

Related Words for "onwennig":

  • onwennigheid, onwennige

Wiktionary Translations for onwennig:


Cross Translation:
FromToVia
onwennig indifferent; outside; stranger; foreign étranger — Relatif à ce qui vient de l’extérieur.