Dutch
Detailed Translations for bloedend from Dutch to English
bloedend form of bloeden:
-
bloeden
Conjugations for bloeden:
o.t.t.
- bloed
- bloedt
- bloedt
- bloeden
- bloeden
- bloeden
o.v.t.
- bloedde
- bloedde
- bloedde
- bloedden
- bloedden
- bloedden
v.t.t.
- heb gebloed
- hebt gebloed
- heeft gebloed
- hebben gebloed
- hebben gebloed
- hebben gebloed
v.v.t.
- had gebloed
- had gebloed
- had gebloed
- hadden gebloed
- hadden gebloed
- hadden gebloed
o.t.t.t.
- zal bloeden
- zult bloeden
- zal bloeden
- zullen bloeden
- zullen bloeden
- zullen bloeden
o.v.t.t.
- zou bloeden
- zou bloeden
- zou bloeden
- zouden bloeden
- zouden bloeden
- zouden bloeden
diversen
- bloed!
- bloedt!
- gebloed
- bloedend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for bloeden:
Noun | Related Translations | Other Translations |
bleed | afloop | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
bleed | bloeden |