Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. glooiingshoek:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for glooiingshoek from Dutch to English

glooiingshoek:

glooiingshoek [znw.] nomen

  1. glooiingshoek (glooiing)
    the incline; the ramp; the slope; the inclination; the descent; the slip

Translation Matrix for glooiingshoek:

NounRelated TranslationsOther Translations
descent glooiing; glooiingshoek afdaling; afkomst; afstammen; afstamming; daling; herkomst; komaf; landing; origine; spruiten
inclination glooiing; glooiingshoek confessie; declinatie; flauwe helling; geloof; geloofsovertuiging; gemoedsaard; gemoedsgesteldheid; genegenheid; geneigdheid; gezindheid; gezindte; glooiing; hang; inborst; inclinatie; neiging; overtuiging; strekking; temperament; tendens; vaststaande mening; vurigheid
incline glooiing; glooiingshoek afgang; berm; dijkhelling; glooiing; helling; talud
ramp glooiing; glooiingshoek
slip glooiing; glooiingshoek abuis; blunder; domheid; dwaling; flater; fout; giller; misgreep; misslag; onderbroek; onderjurk; overtrek; slip; slipje; spreekfout; vergissing; verspreking
slope glooiing; glooiingshoek afgang; berm; dijkhelling; flauwe helling; glooiing; helling; talud
VerbRelated TranslationsOther Translations
incline aflopen; flauw hellend aflopend; glooien; hellen; neigen; overhangen; overhellen; overhellen tot een denkwijze; tenderen naar; vervallen; voorover buigen; voorover hellen
slip floepen; glibberen; glijden; glippen; onderuitgaan; ontglippen; ontschieten; ontvallen; per ongeluk zeggen; slippen; strompelen; uitglibberen; uitglijden; uitschieten; uitschuiven; wegglippen; wegschieten
slope aflopen; flauw hellend aflopend; glooien; hellen; overhellen; vervallen; voorover buigen; voorover hellen

Wiktionary Translations for glooiingshoek:

glooiingshoek
noun
  1. slant or slope