Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. onderzoek:
  2. onderzoeken:
  3. Wiktionary:
  4. User Contributed Translations for onderzoek:
    • enquiry, scrutiny


Dutch

Detailed Translations for onderzoek from Dutch to English

onderzoek:

onderzoek [het ~] nomen

  1. het onderzoek (navorsing; inspectie)
    the analysis; the examination; the inspection; the visitation; the check up
  2. het onderzoek
    the investigation

Translation Matrix for onderzoek:

NounRelated TranslationsOther Translations
analysis inspectie; navorsing; onderzoek analyse; analyseren; boekbespreking; ontleden; recensie
check up inspectie; navorsing; onderzoek check up
examination inspectie; navorsing; onderzoek check up; controle; inspectie; kennisneming; keuring; ondervraging; overhoring; proefwerk; repetitie; schoolexamen; test; testen; toets; verhoor; verhoring; verkenning
inspection inspectie; navorsing; onderzoek bezichtigen; bezichtiging; controle; controledienst; inspectie; inzage; kennisneming; keuring
investigation onderzoek enquête; nasporing; navorsing; ondervraging; opsporing; speurwerk; traceerwerk
visitation inspectie; navorsing; onderzoek visitatie

Related Words for "onderzoek":


Related Definitions for "onderzoek":

  1. het precies kijken wat er aan de hand is1
    • dit is een onderzoek naar drugsgebruik op scholen1

Wiktionary Translations for onderzoek:

onderzoek
noun
  1. het onderzoeken van iets
onderzoek
noun
  1. the act of investigating
  2. the act of examining something, often closely
  3. physical examination
  4. inquiry or examination

Cross Translation:
FromToVia
onderzoek research Forschung — das Suchen nach Lösungen zu wissenschaftlichen Problemstellungen
onderzoek investigation; inquest; inquiry; probe; survey enquêterecherche méthodique d’informations précises.
onderzoek search; quest; searching; seeking; exploration; investigation; research; study; survey rechercheaction de rechercher.

onderzoek form of onderzoeken:

onderzoeken verb (onderzoek, onderzoekt, onderzocht, onderzochten, onderzocht)

  1. onderzoeken (naspeuren; nasporen)
    to research
    – inquire into 2
    • research verb (researches, researched, researching)
      • the students had to research the history of the Second World War for their history project2
    to investigate; study
  2. onderzoeken (beproeven; testen; keuren)
    to examine; to verify; to inspect; to test; to check; to control; to try
    • examine verb (examines, examined, examining)
    • verify verb (verifies, verified, verifying)
    • inspect verb (inspects, inspected, inspecting)
    • test verb (tests, tested, testing)
    • check verb (checks, checked, checking)
    • control verb (controls, controlled, controlling)
    • try verb (tries, tried, trying)
  3. onderzoeken (vorsen; speuren)
    to inquire
    • inquire verb (inquires, inquired, inquiring)
  4. onderzoeken (verkennen; aftasten)
    to explore
    • explore verb (explores, explored, exploring)

Conjugations for onderzoeken:

o.t.t.
  1. onderzoek
  2. onderzoekt
  3. onderzoekt
  4. onderzoeken
  5. onderzoeken
  6. onderzoeken
o.v.t.
  1. onderzocht
  2. onderzocht
  3. onderzocht
  4. onderzochten
  5. onderzochten
  6. onderzochten
v.t.t.
  1. heb onderzocht
  2. hebt onderzocht
  3. heeft onderzocht
  4. hebben onderzocht
  5. hebben onderzocht
  6. hebben onderzocht
v.v.t.
  1. had onderzocht
  2. had onderzocht
  3. had onderzocht
  4. hadden onderzocht
  5. hadden onderzocht
  6. hadden onderzocht
o.t.t.t.
  1. zal onderzoeken
  2. zult onderzoeken
  3. zal onderzoeken
  4. zullen onderzoeken
  5. zullen onderzoeken
  6. zullen onderzoeken
o.v.t.t.
  1. zou onderzoeken
  2. zou onderzoeken
  3. zou onderzoeken
  4. zouden onderzoeken
  5. zouden onderzoeken
  6. zouden onderzoeken
en verder
  1. ben onderzocht
  2. bent onderzocht
  3. is onderzocht
  4. zijn onderzocht
  5. zijn onderzocht
  6. zijn onderzocht
diversen
  1. onderzoek!
  2. onderzoekt!
  3. onderzocht
  4. onderzoekend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for onderzoeken:

NounRelated TranslationsOther Translations
check cheque; controleren; schaak
control afstelknop; beheer; beheersing; bescherming; bestrijding; besturing; besturingselement; bewaking; controle; hoede; mate van bekwaamheid; surveillance; toezicht; voogdij; zeggenschap; zelfbeheersing; zorg
research research
study artsenpraktijk; cursus; kursus; leergang; oefenstuk; praktijk; studeerkamer; studeervertrek; studie; werkkamer
test beproeving; bezoeking; chemische verbinding; computertoets; ergernis; grief; kwelling; maatstaf; nood; probeersel; proef; proefwerk; reagens; repetitie; temptatie; test; toets; toetssteen
try inspanning; poging; probeersel
VerbRelated TranslationsOther Translations
check beproeven; keuren; onderzoeken; testen aankruisen; beheersen; bekijken; beproeven; beteugelen; bezichtigen; checken; controleren; examineren; hertellen; iets opzoeken; inspecteren; intomen; merken; nagaan; nakijken; narekenen; natellen; natrekken; nazoeken; overhoren; proberen; testen; toetsen; uitproberen; uittesten; verifiëren
control beproeven; keuren; onderzoeken; testen bedaren; bedwingen; beheersen; bekijken; beteugelen; bezichtigen; controleren; examineren; in bedwang houden; inbinden; inspecteren; intomen; keuren; manipuleren; matigen; onder gezag brengen; onderwerpen; overhoren; schouwen; temmen; testen; toetsen; zich bedwingen
examine beproeven; keuren; onderzoeken; testen aanschouwen; aanvragen; aanzoeken; bekijken; beproeven; bezichtigen; bezien; controleren; examen afnemen; examineren; fouilleren; inspecteren; keuren; nagaan; nakijken; overhoren; proberen; schouwen; testen; toetsen; uitnodigen; uitproberen; uittesten; verzoeken; visiteren; vragen
explore aftasten; onderzoeken; verkennen aftasten; afvoelen; bevoelen; exploreren; koloniseren; settelen; vestigen
inquire onderzoeken; speuren; vorsen navragen
inspect beproeven; keuren; onderzoeken; testen aanschouwen; bekijken; bezichtigen; bezien; controleren; examineren; inspecteren; keuren; kijken; monsteren; monsters nemen; nagaan; nakijken; overzien; schouwen; toeschouwen
investigate naspeuren; nasporen; onderzoeken checken; doorvorsen; nagaan; naspeuring doen; natrekken; neuzen; rechercheren; snuffelen; speuren; verifiëren
research naspeuren; nasporen; onderzoeken documenteren; iets opzoeken; naspeuren; naspeuring doen; nasporen; navorsen; nazoeken; rechercheren; snuffelen; speuren
study naspeuren; nasporen; onderzoeken aanleren; bestuderen; blokken; eigen maken; instuderen; leerstof erin stampen; leren; naspeuren; nasporen; navorsen; onderwijzen; oppikken; opsteken; studeren; verwerven; vossen
test beproeven; keuren; onderzoeken; testen aanvragen; aanzoeken; beproeven; examen afnemen; examineren; keuren; op de proef stellen; overhoren; proberen; proeven; testen; toetsen; uitnodigen; uitproberen; uittesten; verzoeken; vragen
try beproeven; keuren; onderzoeken; testen aanproberen; aanvragen; aanzoeken; beproeven; berechten; betrachten; keuren; op de proef stellen; passen; pogen; proberen; proeven; smaken; testen; toetsen; trachten; uitnodigen; uitproberen; uittesten; vervolgen; verzoeken; vragen
verify beproeven; keuren; onderzoeken; testen aantonen; bekijken; bewijzen; bezichtigen; controleren; iets opzoeken; inspecteren; nagaan; nakijken; nazoeken; staven; verifieren; zekerstellen
ModifierRelated TranslationsOther Translations
check ruiten

Related Words for "onderzoeken":


Related Definitions for "onderzoeken":

  1. precies kijken wat er aan de hand is1
    • de politie onderzocht de diefstal1

Wiktionary Translations for onderzoeken:

onderzoeken
verb
  1. (overgankelijk) de oorzaak of reden van iets bestuderen
onderzoeken
verb
  1. to examine
  2. to inquire into, study
  3. to discover
  4. to examine or investigate something systematically
  5. to inspect; to examine

Cross Translation:
FromToVia
onderzoeken investigate untersuchen — etwas analysieren oder erforschen, sich etwas sehr genau anschauen, um es zu verstehen
onderzoeken examine; peruse; study; question; scrutinize examinerobserver avec attention, avec réflexion.
onderzoeken explore; investigate; research; prospect; survey; study explorerparcourir une région inconnue qu’on venir de découvrir pour en connaître la situation, l’étendue, les mœurs, etc.
onderzoeken search; frisk; rummage fouiller — Traductions à trier suivant le sens

User Translations:
Word Translation Votes
onderzoek enquiry 56
onderzoek scrutiny 9

External Machine Translations:

Related Translations for onderzoek