Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. carpoolen:


Dutch

Detailed Translations for carpoolen from Dutch to English

carpoolen:


Related Definitions for "carpoolen":

  1. met anderen een auto delen1
    • als we allemaal zouden carpoolen waren er minder files1

Wiktionary Translations for carpoolen:

carpoolen
verb
  1. een auto delen voor het woon- werkverkeer

Cross Translation:
FromToVia
carpoolen carpooling; carpool covoiturage — (term, Transports) utilisation en commun d’une voiture particulier.