Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. lafbek:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for lafbek from Dutch to English

lafbek:

lafbek [de ~ (m)] nomen

  1. de lafbek (lafaard; groentje; melkmuil)
    the coward; the rookie; the chicken; the freshman; the greenhorn; the poltroon; the novice; the dogs and cats; the hare's foot

Translation Matrix for lafbek:

NounRelated TranslationsOther Translations
chicken groentje; lafaard; lafbek; melkmuil hen; hoen; hoender; hoenderik; kip; poulet
coward groentje; lafaard; lafbek; melkmuil
dogs and cats groentje; lafaard; lafbek; melkmuil
freshman groentje; lafaard; lafbek; melkmuil nieuweling; nieuwkomer
greenhorn groentje; lafaard; lafbek; melkmuil eerstejaars; eerstejaars student; foet; groentje; nieuweling; nieuwkomer
hare's foot groentje; lafaard; lafbek; melkmuil
novice groentje; lafaard; lafbek; melkmuil eerstejaars; eerstejaars student; foet; groentje; nieuweling; nieuwkomer
poltroon groentje; lafaard; lafbek; melkmuil
rookie groentje; lafaard; lafbek; melkmuil eerstejaars; eerstejaars student; foet; groentje; nieuweling; nieuwkomer; rekruut

Related Words for "lafbek":

  • lafbekken

Wiktionary Translations for lafbek:

lafbek
noun
  1. coward

External Machine Translations: