Summary
Dutch
Detailed Translations for hellend from Dutch to English
hellend:
-
hellend (schuin aflopend; steil)
Translation Matrix for hellend:
Noun | Related Translations | Other Translations |
leaning | leunen | |
slanting | flauw hellend aflopend; glooien | |
sloping | flauw hellend aflopend; glooien | |
Adjective | Related Translations | Other Translations |
leaning | hellend; schuin aflopend; steil | dwars; scheef; schuin |
lopsided | hellend; schuin aflopend; steil | dwars; scheef; schuin |
oblique | hellend; schuin aflopend; steil | dwars; scheef; schuin |
slanting | hellend; schuin aflopend; steil | dwars; scheef; schuin |
sloping | hellend; schuin aflopend; steil | afhellend; aflopend; dwars; flauw hellend; glooiend; scheef; schuin |
steep | hellend; schuin aflopend; steil | bruusk; kortaf; nors; onzacht |
Modifier | Related Translations | Other Translations |
askew | hellend; schuin aflopend; steil |
hellend form of hellen:
-
hellen (voorover buigen; overhellen; voorover hellen)
Conjugations for hellen:
o.t.t.
- hel
- helt
- helt
- hellen
- hellen
- hellen
o.v.t.
- helde
- helde
- helde
- helden
- helden
- helden
v.t.t.
- heb geheld
- hebt geheld
- heeft geheld
- hebben geheld
- hebben geheld
- hebben geheld
v.v.t.
- had geheld
- had geheld
- had geheld
- hadden geheld
- hadden geheld
- hadden geheld
o.t.t.t.
- zal hellen
- zult hellen
- zal hellen
- zullen hellen
- zullen hellen
- zullen hellen
o.v.t.t.
- zou hellen
- zou hellen
- zou hellen
- zouden hellen
- zouden hellen
- zouden hellen
en verder
- is geheld
- zijn geheld
diversen
- hel!
- helt!
- geheld
- hellend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for hellen:
Noun | Related Translations | Other Translations |
incline | afgang; berm; dijkhelling; glooiing; glooiingshoek; helling; talud | |
slope | afgang; berm; dijkhelling; flauwe helling; glooiing; glooiingshoek; helling; talud | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
incline | hellen; overhellen; voorover buigen; voorover hellen | aflopen; flauw hellend aflopend; glooien; neigen; overhangen; overhellen; overhellen tot een denkwijze; tenderen naar; vervallen |
lean over | hellen; overhellen; voorover buigen; voorover hellen | |
slant | hellen; overhellen; voorover buigen; voorover hellen | aflopen; flauw hellend aflopend; glooien; vervallen |
slope | hellen; overhellen; voorover buigen; voorover hellen | aflopen; flauw hellend aflopend; glooien; vervallen |
Related Words for "hellen":
External Machine Translations:
Related Translations for hellend
English
Detailed Translations for hellend from English to Dutch
hellend: (*Using Word and Sentence Splitter)
- hell: hel; duisternis
- end: stoppen; afsluiten; eindigen; beëindigen; ophouden; een einde maken aan; belanden; terechtkomen; geraken; verzeilen; einde; slot; sluiting; beëindiging; afronden; afwerken; afmaken; klaarmaken; voltooien; volbrengen; completeren; volmaken; afkrijgen; klaarkrijgen; aankomen; finishen; finale; aflopen; end; ten einde lopen; besluiten; beslissen; naar einde toewerken; teneindelopen; afstand; eindpunt; distantie; halthouden; begrenzen; afgrenzen; van grenzen voorzien; gesprek beëindigen
- End: Beëindigen
External Machine Translations: