Noun | Related Translations | Other Translations |
fast
|
|
onthouden; vasten
|
Verb | Related Translations | Other Translations |
brief
|
|
inlichten; inseinen; onderrichten; voorlichten
|
fast
|
|
abstineren; vasten
|
Adjective | Related Translations | Other Translations |
brief
|
haastig; kortstondig; terloops; vluchtig
|
bondig; eindig; kort; samengevat; vergankelijk; voorbijgaand
|
cursory
|
haastig; kortstondig; terloops; vluchtig
|
eindig; vergankelijk; vluchtelings; voorbijgaand
|
provisional
|
aards; kortstondig; provisorisch; temporeel; tijdelijk; tussentijds; voor enige tijd; voorbijgaand; voorlopig; zolang
|
geïmproviseerd; onder voorbehoud; tijdelijke
|
temporary
|
aards; kortstondig; provisorisch; temporeel; tijdelijk; tussentijds; voor enige tijd; voorbijgaand; voorlopig; zolang
|
eindig; loco-; plaatsvervangend; temporeel; tijdelijk; tijdelijke; vergankelijk; voorbijgaand; waarnemend
|
Modifier | Related Translations | Other Translations |
fast
|
haastig; kortstondig; terloops; vluchtig
|
abrupt; eensklaps; ineens; onverhoeds; onverwacht; onverwachts; opeens; plots; plotseling; plotsklaps; rap; snel; vlot; vlug
|