Dutch
Detailed Translations for licht geven from Dutch to English
licht geven:
-
licht geven (schijnen)
Conjugations for licht geven:
o.t.t.
- geef licht
- geeft licht
- geeft licht
- geven licht
- geven licht
- geven licht
o.v.t.
- gaf licht
- gaf licht
- gaf licht
- gaven licht
- gaven licht
- gaven licht
v.t.t.
- heb licht gegeven
- hebt licht gegeven
- heeft licht gegeven
- hebben licht gegeven
- hebben licht gegeven
- hebben licht gegeven
v.v.t.
- had licht gegeven
- had licht gegeven
- had licht gegeven
- hadden licht gegeven
- hadden licht gegeven
- hadden licht gegeven
o.t.t.t.
- zal licht geven
- zult licht geven
- zal licht geven
- zullen licht geven
- zullen licht geven
- zullen licht geven
o.v.t.t.
- zou licht geven
- zou licht geven
- zou licht geven
- zouden licht geven
- zouden licht geven
- zouden licht geven
diversen
- geef licht!
- geeft licht!
- licht gegeven
- licht gevend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for licht geven:
Noun | Related Translations | Other Translations |
shine | flakkering; flikkering; fonkeling; geflikker; gefonkel; glans; glanzen; glimmen; glinstering; gloed; licht verspreiden; schijn; schijnen; schijnsel; schittering; straling | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
shine | licht geven; schijnen | beschijnen; blaken; flikkeren; fonkelen; glanzen; glimmen; glinsteren; glunderen; iets uitstralen; licht schijnen; licht uitzenden; schijnen; schitteren; sprankelen; stralen; twinkelen; verlichten |